De term ‘technische gassen’ klinkt misschien een beetje onlogisch. Hoe kan een gas nou technisch zijn? Maar, dit is niet wat er mee bedoeld wordt. Een technisch gas wordt gebruikt in verschillende industrieën. Een andere term voor technische gassen is ook wel industriële gassen, omdat het dus op deze locaties vaak wordt gebruikt. Niet alle gassen zijn geschikt om te gebruiken op industriële locaties, vandaar dat hier onderscheid tussen gemaakt is, zodat niet de verkeerde gassen op de verkeerde plaatsen wordt gebruikt. Neem bijvoorbeeld het gas Argon. Dit is een inert gas dat voornamelijk wordt gebruik in de lastechniek. Het is een inert gas wat ook wel edelgas wordt genoemd. Een edelgas reageert vrijwel niet met andere chemicaliën waardoor dit een erg geschikt gas is om te fungeren als beschermgas tijdens het lasproces. Naast inerte gassen, zijn er ook actieve gassen. Deze gaan wel een reactie aan met chemicaliën in hun omgeving. Welke gassen zijn geschikt en welke niet? Hierboven werd al kort het een en ander aangegeven, maar om alles even duidelijk in kaart te brengen betreft industriële gassen en technische gassen kan je het volgende aanhouden: – Inerte (edel)gassen: technische gassen (afgekort IG) – Actieve gassen: geen technische gassen (afgekort AG) Een voorbeeld van een actief gas is CO2. Een aantal voorbeelden van inerte gassen zijn bijvoorbeeld acetyleen, argon, stikstofgas, ethaan, helium, gasneon, gaspropaangas of kryton. Let op, dit zijn allemaal pure gassen. Soms moeten er gassen met elkaar worden gemengd om tot een optimaal product te kunnen komen. Denk maar eens aan bepaalde legeringen die mogelijk zijn in het metaal. Zo kan het ook bij industriële gassen voorkomen dat er weleens gassen met elkaar gemengd moeten worden. Mengassen bieden nog meer mogelijkheden, omdat je hiermee nieuwe gassen(combinaties) kunt creëren. |
http://technische-gassen.westfalengassen.nl/ |
